top of page
Moderne laptop
Design/CKV op het Lorentz Casimir Lyceum Eindhoven, docente M. Poelmann MEd

Bronnenlijst

Literatuurlijst volgens de APA-regels

Bronvermelding

Het is de bedoeling dat je niet alle informatie uit een en dezelfde bron haalt. Je verslag moet een combinatie zijn van verschillende bronnen. Zo vergroot je het ‘waarheidsgehalte’ van je verslag. Bij het schrijven van een verslag is een van de belangrijkste zaken om te noemen waar je je informatie vandaan hebt gehaald. Aan de manier waarop je dit vermeldt, zijn strikte regels verbonden. Let op dat je bij alles wat je uit een bron haalt een verwijzing noemt (zie annotatie)! 

 

1. Bronnen die je mag gebruiken

 

Er is zowel online als offline heel veel informatie te vinden. 

2. Bronnen die je niet mag gebruiken

Scholieren.com (of vergelijkbare websites)

Twijfel je over je een bron kunt gebruiken, vraag het je docent!

 

3. Annotatie bronnen volgens APA

 

Literatuurlijst

Aan het einde van je verslag volgt een literatuurlijst. Hierin zet je alle artikelen, bezochte websites en gevonden afbeeldingen e.d. die je hebt gebruikt voor het verslag nog eens op een rijtje. Ook in de tekst maak je een verwijzing naar de literatuurlijst (citeren en parafraseren).

Geen auteur of organisatie? Gebruik dan N.N. (nomen nescio). 

Geen datum van publicatie bekend? Gebruik dan z.d. (zonder datum) of n.d. (no date)

Online-bronnen 

Geen auteur of organisatie? Gebruik dan N.N. (nomen nescio). 

Afbeelding of illustratie

Maak in de bronnenlijst een aparte lijst 'Afbeeldingen'. 

De APA-bronvermelding voor een afbeelding bevat de naam van de maker, het jaartal, de titel van de afbeelding, het format (bijvoorbeeld schilderij, foto), en de locatie waar je de afbeelding hebt geraadpleegd of bekeken. Bijvoorbeeld:

Gogh van, V. (1888). Zelfportret als schilder [Schilderij]. Van Gogh Museum, Amsterdam. Geraadpleegd op 19 mei 2021 van https://www.vangoghmuseum.nl/nl/collectie/s0022V1962

Boek

Renkema, J. (1995). Schrijfwijzer. Handboek voor duidelijk taalgebruik (3e druk). 's-Gravenhage: Sdu. Auteur(s). (jaar van uitgave). Titel. (editie/druk [indien niet de eerste]). Plaats: Uitgever.

 

Bundel met bijdragen van meerdere auteurs

Gregg, L.W., & Steinberg, E.R. (Eds.). (1980). Cognitive processes of writing constraints. Hillsdale, N.J.: Erlbaum.

Redacteur(s), (Ed(s)). [of: (Red.).] (jaartal). Titel. editie/druk. Plaats: Uitgever, jaar van uitgave.

Tijdschriftartikel

Flower, L., & Hayes, J.R. (1981). A cognitive process theory of writing. College composition and communication 32, 365-387.

Auteur(s). (jaartal). Titel. Tijdschrifttitel, nummer van de jaargang, pagina’s.

 

Artikel in een bundel

Flower, L., & Hayes, J.R. (1980). The dynamics of composing. Making plans and juggling. In L.W. Gregg & E.R. Steinberg (Eds.), Cognitive Processes of Writing Constraints (pp. 31-50). Hillsdale, N.J.: Erlbaum.

Auteur(s). (jaartal). Titel. In Editeur(s) (Ed(s).), Titel van de bundel (pp. pagina’s). Plaats: Uitgever.
 

4. Citeren, parafraseren en bronvermelding (volgens het APA-systeem)

 

Hoe citeer, parafraseer en vermeld je bronnen? 

Als je in een project  gebruik maakt van gegevens uit geraadpleegde bronnen, zijn er grofweg twee manieren om in je tekst aan te geven hoe je aan die informatie komt: je kunt citeren of parafraseren. 

 

Citeren:             je schrijft de woorden van iemand letterlijk op. 

Parafraseren:   je geeft de inhoud van iemands woorden met eigen woorden weer. 

 

Vermeld na het citaat of de parafrase alvast tussen haakjes de verkorte bron:  auteur(s) en jaartal. Bijvoorbeeld: (Van der Tang, 2006). In de bronnenlijst geef je dan een volledige titelbeschrijving van de geciteerde publicatie.

 

Enkele voorbeelden zoals het er in je tekst uit kan zien:

 

Volgens Seidell, economisch redacteur van de Volkskrant, is gezond voedsel de laatste jaren in prijs gestegen, terwijl ongezond voedsel juist duurder werd. Hij geeft hiervan enkele treffende voorbeelden (Seidell, 2011).

 

'Naast niet-roken, matigen met alcohol en verstandig zonnen zijn ook genoeg bewegen en een gezond gewicht belangrijk. Liefst 35-50 procent van de nieuwe gevallen van kanker in Nederland is te voorkomen als mensen zich houden aan deze 'leefregels' (KWF Kankerbestrijding, 2012). 

 

De volledige titelbeschrijving staat dan volgens bovenstaande regels in je literatuurlijst.

 

Maak in je tekst goed gebruik van zeg-woorden. Dat zijn woorden die een variant zijn op ‘zeggen’, zoals betogen, betwijfelen, beweren, inventariseren, noemen,  tegenwerpen, ter sprake brengen, vermoeden, weergeven, zich afvragen. Door de juiste variant te kiezen en door de nodige afwisseling aan te brengen, verhoog je de leesbaarheid van je tekst.

Citeren & parafraseren
bottom of page